Bestuur

De stichting en haar leden

Het Hofje van Nieuwkoop is een particuliere stichting met een bestuur van statutair ten minste vijf leden. In vroeger tijden – en bij de meeste oude hofjes is dat nog steeds gebruikelijk – werden zij aangeduid als Regenten. Wat betreft ons Hofje spreken wij tegenwoordig van bestuursleden.

Het gevoel voor traditie klinkt wel door in de opdracht om in het bestuur in elk geval een verwant van de stichter Johan de Bruijn van Buijtenwech te benoemen. Onze voorzitter, mevrouw A.M.Th. Berger-de van der Schueren, voldoet hier ruimschoots aan. Zij is behalve een (verre) verwant van onze stichter tevens een nakomeling van de eerste rentmeesteres.

Het bestuurslidmaatschap kent een periode van 5 jaar. Herbenoeming is mogelijk.

Bestuur
Voorzitter: mevr. drs. C.L.A.M. Berger
Secretaris: mr. P.E. Thio
Penningmeester: dhr. G. Bauduin

Binnenzijde poortgebouw.

Doelstellingen van het Hofje

Opmerkelijk is dat de nieuwe statuten van januari 2017 in artikel 2 uitgebreid stilstaan bij de stichter Johan de Bruijn van Buijtenwech en datgene wat hij met zijn legaat voor ogen had.

Eerste doelstelling: liefdadigheid
De stichting had tot doel woonruimte te verstrekken aan behoeftige vrouwen. Liefdadigheid vormde dus ooit de grondslag voor het Hofje. Aandacht en zorg voor de zwakkeren in de samenleving is ook nu nog het (statutaire) streven en staat bij het bestuur als belangrijke doelstelling aangemerkt. Jaarlijks bestemt het bestuur een bedrag voor dit doel, dat in het bijzonder ten goede komt aan de zorg en opvang van dak- en thuislozen.

De oorspronkelijke doelgroep: behoeftige vrouwen, moest worden losgelaten om exploitatieredenen.

Tweede doelstelling: in standhouden van het hofje
Voor het in goede staat houden van dit bijzondere architectonische complex zijn de inkomsten uit verhuur hard nodig. Als Rijksmonument ontvangt het Hofje weliswaar een bescheiden subsidie, maar die is niet toereikend om de hoge onderhoudskosten te compenseren.

Als stichting heeft het Hofje geen winstoogmerk. De inkomsten komen primair ten goede aan verbetering van het wooncomfort van de huurders en het op verantwoorde wijze behouden van dit erfgoed voor volgende generaties.